Samengesteld ensemble Brabantse streekdracht van rond 1900. Deze kleding werd gedragen door de minder draagkrachtige boerinnen en burgervrouwen. Zwart was populair op het platteland en werd gezien als tijdloos en deftig. De japon was een praktisch kledingstuk in de beperkte kledingkast van deze vrouwen; geschikt voor de kerk op zondag, in een periode van rouw of voor een feest. Accessoires: een West-Brabantse muts, een kasjmier omslagdoek en gelakte tripklompen.