De Kasjmiersjaal: van luxe kleed tot tafelkleed
Artikel
De kasjmier sjaal werd namelijk door veel ‘welgestelde’ dames uit deze periode gedragen. De dunne empire japonnen van katoen boden weinig warmte, dus was de fijne sjaal naast mooi ook een handig accessoire. De wol is vernoemd naar het gebied Kasjmir in India, Pakistan en China, waar ook de oorspronkelijke kasjmirgeiten vandaan komen. Door de fijne vezels van de wol was de kasjmier sjaal zeer warmte-isolerend, maar ook ontzettend duur. Het was zeldzaam, en dit trok de aandacht van de rijke klasse. Net zoals de meeste fashion statements begon ook deze in Parijs.
Tijdens de Franse expeditie naar Egypte door het leger van Napoleon (1798-1801), droegen veel van de soldaten kasjmier sjaals uit Egypte om hun buik. Dit was een handige buikband, die zo nodig ook als omslagdoek kon dienen. Na weinig succes vluchtte Napoleon terug naar Parijs (1799) maar nam hij wel allerlei ‘souvenirtjes’ mee. Zo ook een groot aantal kasjmier sjaals, die hij aan zijn keizerin Josephiné gaf. Ze leek eerst niet overtuigd: “Ik heb de sjaals gekregen, maar ze lijken me lelijk. Hun grote voordeel is hun lichte gewicht. Ik geloof niet dat ze zullen aanslaan; maar dat maakt niet uit, ik vind ze leuk, want ze zijn buitengewoon en warm.” Toch gaf Josephiné ze het voordeel van de twijfel: ze liet al snel speciale sjaals maken en lette daarbij nooit op de prijs. Ze hield er een enorme verzameling aan over, in haar huis in Navarre had ze al zo’n 150 sjaals. Deze waren zeker niet goedkoop: per sjaal was ze soms zo’n vijftien tot twintigduizend franc kwijt. Naast een fashion-item was het dus ook echt een manier om te laten zien dat je geld had. Toen Josephiné Bonaparte zich liet portretteren in een jurk gemaakt van kasjmier sjaals was er geen houden meer aan.
Haar voorbeeld volgend, zorgden aristocratische vrouwen dat zij ook kasjmier sjaals in huis haalden. Het was ideaal om te dragen over de dunne, neoklassieke jurken die schokkend onthullend waren. Zo konden zij schaars gekleed, maar toch netjes en modieus over straat. Alleen deze rijke dames konden zich maagdelijke witte mousseline en kasjmier stoffen veroorloven. Het werd een echte rage in Parijs, en de rest van Europa volgde snel.
Van stand tot standaard
In Europa zag men namelijk hoe groot de import van kasjmier sjaals was. Hier werd snel op ingespeeld door producenten. Al snel werd er massaproductie gedraaid om deze kasjmier sjaals goedkoper te kunnen maken. Er werd zelfs geprobeerd om de kasjmirgeiten naar Europa te halen, maar deze produceerden in dit klimaat niet dezelfde kwaliteit wol. De sjaals uit deze fabrieken werden dus van goedkopere stof gemaakt, niet meer met de hand geweven en soms zelfs bedrukt. Er ontstonden veel varianten die qua kwaliteit anders waren dan de originele kasjmier sjaal; dunner, dikker, met grovere patronen, etc. Maar wel een stuk goedkoper.
Hierdoor kon rond 1870 haast iedereen zich een sjaal veroorloven, zelfs de ‘alledaagse’ vrouw. Voor haar waren de sjaals natuurlijk ook erg handig: ze waren degelijk, stevig en warm, maar tegelijkertijd ook een chique toevoeging aan de zwarte klederdracht van die tijd. Door de massaproductie verloor de kasjmier sjaal wel haar exclusiviteit. De financiële waarde van de echte sjaals bleef hetzelfde, maar de sociale waarde werd erdoor aangetast. De rijke dames van stand konden zich niet meer onderscheiden van de ‘alledaagse’ vrouw. Dus terwijl de arbeidersvrouw kasjmier omslagdoeken bleef dragen tot 1900, hield deze trend op te bestaan bij de rijke klasse.
Weggooien deed men echter ook niet. Tegen het eind van de 19de eeuw hangt de sjaal, waarvoor enkele decennia daarvoor nog bakken met geld voor werd neergelegd, als decoratie over de piano of tafel. De goedkopere varianten wacht een eeuw later hetzelfde lot, maar dan boven de haard of achter de kapstok.
Het grappige aan modetrends is dat ze altijd weer een comeback maken. Zo’n 100 jaar nadat de sjaals door Josephiné zijn gedragen en aan het eind van de 19de eeuw zijn afgekeurd, klinkt er weer een tegengeluid. Zo een berichtje uit de Tilburgsche Courant op 28 september 1921:
“De sjaals van onze grootmoeders komen weer in de mode en menige dame zal het betreuren dat zij met degelijke erfstukken onvoorzichtig te werk is gegaan, dat zij er portière van heeft laten maken of dekkleden voor de piano of tafellopers. Er zijn in dat opzicht rijkommen verspild. Tegenwoordig koopt men diamanten als geldbelegging, honderd jaar geleden kocht men sjaals.”
De kasjmier sjaal is dus een goed voorbeeld van hoe het modebeeld altijd verandert, maar ook altijd weer items hergebruikt. Ik kreeg ooit zo’n sjaal (de goedkope variant) toen ik een vrouw daar een complimentje over gaf en draag hem sindsdien elke winter met liefde. En als mij zo’n dure kasjmier sjaal en een mooie empire japon zou worden aangeboden zou ik die ook nooit afslaan.
Hoogste tijd voor een nieuwe revival: misschien wordt het wel weer een hit als ik de ontwerpers van Bridgerton een mailtje stuur?
Bronnen:
Ames, F., The Kashmir Shawl and its indo-French influence, Antique Collectors’ Club, 1997
Hiner, S. ‘“Cashmere fever”’, Accessories to Modernity: Fashion and the Feminine in Nineteenth-Century France, University of Pennsylvania Press, 2011, pp. 77-107
Jong, M.C. de, “De geschiedenis van de kashmirsjaal in de Europese mode, de weeftechniek in Kashmir en in Europa, de motieven, de handel en het weven van de sjaal in het Kashmir van nu.” Catalogus tentoonstelling Haags Gemeentemuseum, 1985. P. 37
Lévi-Strauss, M., Cashmere; a French Passion 1800-1880, Thames & Hudson (Londen) 2013.
Onbekend, 28 september 1921, “Modes. Sjaals,” Nieuwe Tilburgsche Courant. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010233392:mpeg21:a0094
Pashmina, 2021. “The Craze for Cashmere in 19th-century France.” Pashima. July 29, 2013. https://www.pashmina.com/editorial/craze-for-cashmere-in-19th-century-france/
Papot, E., 2011. “Fashion accessory: the shawl.” Napoleon.org. July, 2011. https://www.napoleon.org/en/magazine/napoleonic-pleasures/fashion-accessory-the-shawl/
Sanders, E., 22 november 1994, “Sjaal.” NRC Handelsblad. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000030861:mpeg21:a0140
Headerbeeld: Links: François-Joseph Kinson. “Jérôme Bonaparte, roi de Westphalie et sa femme Catherine de Wurtemberg,” 1810. Collectie Château de Versaille. Rechts: Dubbelportret van Koos van Dongen en echtgenote Helena van der Zanden. Gemaakt door A. de Bruyn, 1890-1895. NG19710005. Collectie Stadsarchief Breda.
Aanvullingen