Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

De Kasjmiersjaal: van luxe kleed tot tafelkleed

Artikel

Dubbelportret van Koos van Dongen en echtgenote Helena van der Zanden, 1890-1895.
Wie de laatste tijd op Netflix heeft gekeken heeft deze serie vast voorbij zien komen: Bridgerton. Een prachtige en dramatische serie waar een groot budget is voor sets, filmlocaties en kostuums. Eén ding is zeker: de liefde voor de kleding uit het tijdperk van het Regentschap is weer helemaal terug. De makers nemen veel creatieve vrijheid, dus niet alles is even accuraat. Maar dat maakt de gekleurde en wel versierde japonnen niet minder mooi. Er wordt veel inspiratie opgedaan uit andere tijdperken, landen en moderne trends, wat zorgt voor veel extra kleur en glitter. Het begrip ‘ingetogen’ lijken de makers niet te kennen. Toch ontbreekt er nog een mooie, luxe accessoire in deze serie: de kasjmier sjaal.

De kasjmier sjaal werd namelijk door veel ‘welgestelde’ dames uit deze periode gedragen. De dunne empire japonnen van katoen boden weinig warmte, dus was de fijne sjaal naast mooi ook een handig accessoire. De wol is vernoemd naar het gebied Kasjmir in India, Pakistan en China, waar ook de oorspronkelijke kasjmirgeiten vandaan komen. Door de fijne vezels van de wol was de kasjmier sjaal zeer warmte-isolerend, maar ook ontzettend duur. Het was zeldzaam, en dit trok de aandacht van de rijke klasse. Net zoals de meeste fashion statements begon ook deze in Parijs.

Tijdens de Franse expeditie naar Egypte door het leger van Napoleon (1798-1801), droegen veel van de soldaten kasjmier sjaals uit Egypte om hun buik. Dit was een handige buikband, die zo nodig ook als omslagdoek kon dienen. Na weinig succes vluchtte Napoleon terug naar Parijs (1799) maar nam hij wel allerlei ‘souvenirtjes’ mee. Zo ook een groot aantal kasjmier sjaals, die hij aan zijn keizerin Josephiné gaf. Ze leek eerst niet overtuigd: “Ik heb de sjaals gekregen, maar ze lijken me lelijk. Hun grote voordeel is hun lichte gewicht. Ik geloof niet dat ze zullen aanslaan; maar dat maakt niet uit, ik vind ze leuk, want ze zijn buitengewoon en warm.” Toch gaf Josephiné ze het voordeel van de twijfel: ze liet al snel speciale sjaals maken en lette daarbij nooit op de prijs. Ze hield er een enorme verzameling aan over, in haar huis in Navarre had ze al zo’n 150 sjaals. Deze waren zeker niet goedkoop: per sjaal was ze soms zo’n vijftien tot twintigduizend franc kwijt. Naast een fashion-item was het dus ook echt een manier om te laten zien dat je geld had. Toen Josephiné Bonaparte zich liet portretteren in een jurk gemaakt van kasjmier sjaals was er geen houden meer aan.

Portret van Keizerin Josephiné die een kasjmier sjaal draagt, 1805.
Afb. 1: Portret van Keizerin Josephiné die een kasjmier sjaal draagt - Pierre-Paul Prud'hon, “L'impératrice Joséphine (1763-1814),” 1805. Collectie musée de Louvre. Fotograaf: Mathieu Rabeau.

Haar voorbeeld volgend, zorgden aristocratische vrouwen dat zij ook kasjmier sjaals in huis haalden. Het was ideaal om te dragen over de dunne, neoklassieke jurken die schokkend onthullend waren. Zo konden zij schaars gekleed, maar toch netjes en modieus over straat. Alleen deze rijke dames konden zich maagdelijke witte mousseline en kasjmier stoffen veroorloven. Het werd een echte rage in Parijs, en de rest van Europa volgde snel. 

Van stand tot standaard 

In Europa zag men namelijk hoe groot de import van kasjmier sjaals was. Hier werd snel op ingespeeld door producenten. Al snel werd er massaproductie gedraaid om deze kasjmier sjaals goedkoper te kunnen maken. Er werd zelfs geprobeerd om de kasjmirgeiten naar Europa te halen, maar deze produceerden in dit klimaat niet dezelfde kwaliteit wol. De sjaals uit deze fabrieken werden dus van goedkopere stof gemaakt, niet meer met de hand geweven en soms zelfs bedrukt. Er ontstonden veel varianten die qua kwaliteit anders waren dan de originele kasjmier sjaal; dunner, dikker, met grovere patronen, etc. Maar wel een stuk goedkoper. 

Drie varianten van kasjmier sjaals.
Afb. 2: Drie varianten van kasjmier sjaals. Van links naar rechts: een bedrukte kasjmier sjaal, een originele dunne kasjmier sjaal en een grof geweven kasjmier sjaal. Collectie Stedelijk Museum Breda.

Hierdoor kon rond 1870 haast iedereen zich een sjaal veroorloven, zelfs de ‘alledaagse’ vrouw. Voor haar waren de sjaals natuurlijk ook erg handig: ze waren degelijk, stevig en warm, maar tegelijkertijd ook een chique toevoeging aan de zwarte klederdracht van die tijd. Door de massaproductie verloor de kasjmier sjaal wel haar exclusiviteit. De financiële waarde van de echte sjaals bleef hetzelfde, maar de sociale waarde werd erdoor aangetast. De rijke dames van stand konden zich niet meer onderscheiden van de ‘alledaagse’ vrouw. Dus terwijl de arbeidersvrouw kasjmier omslagdoeken bleef dragen tot 1900, hield deze trend op te bestaan bij de rijke klasse.

Ensemble met latere versie van een kasjmier sjaal.
Afb. 3: Samengesteld ensemble met latere versie van een kasjmier sjaal, in de volksmond ook wel een palmdoek of worteldoek genoemd. Deze vormde eind 19e eeuw een vast onderdeel in de Brabantse streekdracht. Collectie Stedelijk Museum Breda, foto gemaakt door StudioRAW – Jeroen Jongeneelen

Weggooien deed men echter ook niet. Tegen het eind van de 19de eeuw hangt de sjaal, waarvoor enkele decennia daarvoor nog bakken met geld voor werd neergelegd, als decoratie over de piano of tafel. De goedkopere varianten wacht een eeuw later hetzelfde lot, maar dan boven de haard of achter de kapstok.

Foto van gekleurde kasjmiersjaal.
Afb. 4: Foto van verkleurde kasjmiersjaal, van waar deze in het zonlicht heeft gelegen over een tafeltje. Collectie Stedelijk Museum Breda, S01545

Het grappige aan modetrends is dat ze altijd weer een comeback maken. Zo’n 100 jaar nadat de sjaals door Josephiné zijn gedragen en aan het eind van de 19de eeuw zijn afgekeurd, klinkt er weer een tegengeluid. Zo een berichtje uit de Tilburgsche Courant op 28 september 1921:

“De sjaals van onze grootmoeders komen weer in de mode en menige dame zal het betreuren dat zij met degelijke erfstukken onvoorzichtig te werk is gegaan, dat zij er portière van heeft laten maken of dekkleden voor de piano of tafellopers. Er zijn in dat opzicht rijkommen verspild. Tegenwoordig koopt men diamanten als geldbelegging, honderd jaar geleden kocht men sjaals.”

De kasjmier sjaal is dus een goed voorbeeld van hoe het modebeeld altijd verandert, maar ook altijd weer items hergebruikt. Ik kreeg ooit zo’n sjaal (de goedkope variant) toen ik een vrouw daar een complimentje over gaf en draag hem sindsdien elke winter met liefde. En als mij zo’n dure kasjmier sjaal en een mooie empire japon zou worden aangeboden zou ik die ook nooit afslaan. 

Hoogste tijd voor een nieuwe revival: misschien wordt het wel weer een hit als ik de ontwerpers van Bridgerton een mailtje stuur?

Bronnen:

Headerbeeld: Links: François-Joseph Kinson. “Jérôme Bonaparte, roi de Westphalie et sa femme Catherine de Wurtemberg,” 1810. Collectie Château de Versaille. Rechts: Dubbelportret van Koos van Dongen en echtgenote Helena van der Zanden. Gemaakt door A. de Bruyn, 1890-1895. NG19710005. Collectie Stadsarchief Breda.


Auteur

Melina Boersma

Erfgoedprofessional storytelling


Delen


Aanvullingen