In de 19de eeuw kreeg de trouwmode een nieuwe karakter. De witte of ivoorkleurige japon werd populair in hogere kringen en stond symbool voor reinheid en maagdelijkheid. Deze trouwjapon van gemoireerde ripszijde werd in 1864 gedragen door Cornelia Agatha Vriesendorp en weerspiegelt de mode rond 1860. Typisch zijn de hoge hals, brede hoepelrok en schapenboutmouwen met stolpplooien, afgezet met machinale kant. De rok is achter langer dan voor, passend bij het elegante silhouet dat door een crinoline werd gevormd.