#1 Slow Fashion
Artikel
Kleding werd van oudsher gekoesterd, hergebruikt, vermaakt en gerepareerd. Kledingstukken kregen een tweede, derde en soms wel een vierde leven: aangepast aan de nieuwe mode, of hergebruikt voor een nieuwe jurk, opgeleukt om in te verkleden. Slow Fashion dus, maar dan in een oud jasje.
Tussen 1880 en 1940 zijn verkleedfeesten razend populair. Tijdens gekostumeerde feesten, tableaux vivants en bals masqués dossen feestgangers zich maar al te graag uit, bij voorkeur in historische kleding. Vooral 18de-eeuwse japonnen zijn geliefd. In 1928 draagt Coralie Vriesendorp de trouwjapon van haar over-over-over-overgrootmoeder. Als verkleedjurk.
Wat doe je in de 18de eeuw als je japon uit de mode is? Dan laat je er een modieuze japon van maken. Uit het overkleed dat hoorde bij deze japon, is een nieuw lijfje gemaakt, voorzien van een modieus middeleeuws aandoend geschulpt randje. De oude onderrok is hergebruikt. Zo kreeg de dure japon een tweede leven.
Ooit was dit een prachtige redingote van een bijzondere stof: met goudverf beschilderd katoen. Alleen het lijfje van de japon is overgebleven. Wat was toch die losse lap? Een rok? Nee... Na lang puzzelen bleek de onderrok gebruikt te zijn voor het maken van een overtrek voor een chaise longue. De stof was blijkbaar geliefd en kreeg een nieuwe bestemming.
Iets klopt er niet aan deze japon. Het model neigt naar de empiremode, met een verhoogde taille en kortere mouwen, terwijl de stof komt van een zware 18de-eeuwse japon. Die was kostbaar en van zo’n goede kwaliteit dat de eigenaresse er een modieuzer model van liet maken.
Een redingote is een zijden jas-jurk. Kenmerkend zijn de invloeden uit de mannenmode en militaire kleding: rijen knopen, brede revers en schouderkragen. Deze redingote is vermaakt. De rok is ingekort, maar niet afgeknipt. Aangepast aan de lengte van een andere draagster wellicht?
Aan de vermaaksporen is te zien dat deze japon verschillende keren is aangepast aan de laatste mode. Tussen 1830 en 1840 zijn volumineuze mouwen zeer modieus. Het puntvormige lijf wordt rond 1840 mode en is waarschijnlijk de laatste aanpassing. De mouwen zijn dan alweer ouderwets. Kennelijk deerde de eigenaresse dat niet.
Wie in fotoboeken uit de periode 1840 - 1860 bladert, ziet veel Schots geruite japonnen. Het patroon wordt mateloos populair door de Engelse koningin Victoria, die een grote voorliefde voor Schotland heeft. De eigenaresse van deze japon laat de mouwen en het lijfje aanpassen aan de laatste mode. De vermaaksporen zijn strategisch weggewerkt onder de verticale stroken van de net iets andere stof.
Chic en representatief, maar niet heel modieus. Mevrouw Staring-Blussé draagt deze japon op het huwelijk van haar dochter. Ze is dan 57 jaar. Dames 'op leeftijd' hoeven zich niet meer volgens de laatste stijl te kleden. De mouwen en het kant zijn vervangen rond 1910. Zo kon de japon weer jaren mee.
Slechts eenmaal wordt hij gedragen, de trouwjapon. Eigenlijk verspilling van materiaal, arbeid en geld. Maar niet altijd. Zo laat mevrouw Vreugdenhil-Bouthoorn haar trouwjapon inkorten 'tot normale lengte'. Zo heeft de kersverse domineesvrouw er een representatieve japon bij. Dit kost haar maar 2 gulden extra, op een totaal maakloon van 15 gulden. Het materiaal zelf kost 58 gulden, 552 euro nu.
Dordrecht in de Mode
Voor het eerst in vijftig jaar toont Huis Van Gijn/Dordrechts Museum zijn uitgebreide modecollectie. De tentoonstelling Slow Fashion toont tot 12 april op twee locaties, in het Dordrechts Museum en in Huis Van Gijn, hoe onze voorouders zorgvuldig omgingen met hun kleding, bewust en duurzaam. Ook is er een kleine publicatie over de collectie verschenen: Dordrecht in de mode.
Aanvullingen