Bijzonder en kenmerkend voor "mie anneme" is de zwarte zijden schort, (gedragen tot ongeveer 1910). Er hoorde een band op en een strik, die afhing op de linkerheup. De schort was oorspronkelijk van echte natuurzijde en werd buiten de kerkelijke feestdag niet gedragen. Op den duur (na 1910) verdrongen de z.g. "bontjes" van geruite en gestreepte katoen, deze speciale zwarte zijden schorten. HET BONTJE: Vanaf ongeveer 1930 worden de bontjes gemaakt van een wit katoenen stof met fijne gekleurde strepen. Daarvoor werden bonte ruitjes gebruikt. In het werk draagt men zeer fijn geruite blauw-wit bontjes die soms effen blauw lijken. Over inrimpeling aan de bovenzijde wordt veelal smokwerk aan- gebracht. De vrouwen grepen deze gelegenheid gretig aan om hierop hun fantasie bot te vieren. Het resultaat is vaak verrassend.
Aanvullingen