Smal gouden of verguld koperen oorijzer met kleine vogelkop knoppen. Aan de linkerkant boven het oorstuk is een merkteken aangebracht. Afkomstig uit de nalatenschap van jonkvrouwe Trijntje Van Panhuys-Looxma (1844-1907). Trijntje, geboren op Staniastate in Oenkerk, was afkomstig uit een welvarende familie van zilversmeden en kooplieden. Na het overlijden van haar eerste echtgenoot De Blocq van Scheltinga, huwde zij met de Minister van Staat jonkheer Van Panhuys, Heer van Nienoord in Leek. Trijntje ging samen met deze jonkheer op de borg Nienoord wonen. Vlak na haar 63ste verjaardag verdrinkt Trijntje samen met haar man, haar stiefzoon Hobbe en zijn vrouw bij een gruwelijk ongeluk.
Aanvullingen