Amaut, vrouwenjas met capuchon

Deze vrouwenjas ('amaat' in het Kalaallisut, het Groenlands) werd vervaardigd uit op moderne wijze, fabrieksmatig gelooid zeehondenbont. De jas was oorspronkelijk bedoeld voor eigen gebruik tijdens een trommedansoptreden in familiekring. De vorm van de jas doet sterk denken aan de 19e eeuwse vrouwenjassen waarin men op de rug een baby kon dragen. Dit was vroeger de normale dracht voor moeders en jonge vrouwen met kinderplannen. Zo'n baby hield het lekker warm op de blote huid van de moeder. Thomasine Umerineq, de maakster van deze jas, vertelde dit kledingstuk vervaardigd te hebben naar voorbeeld van een foto uit 1884 (in Gustav Holm's Ethnologische schets van het Ammassalik distrikt in Meddelelser om Grønland, Kopenhagen 1914). Volgens haar is het typisch voor Oost-Groenland en onderstreept het de Oost-Groenlandse cultuur en identiteit. Tegenwoordig is zo'n jas geen dagelijks kledingstuk meer. Het wordt thans beschouwd als onderdeel van de feestdracht voor vrouwen. Maar een dergelijke bont amaatit ziet men niet veel; veeleer worden ze uit wit katoen gemaakt en zo als feestdracht gecombineerd met een korte zeehonden bonten broek (zie nr. 18) en lange versierde feestlaarzen (nr. 20). Het feestkostuum wordt gedragen op hoogtijdagen, verjaardagen en op Groenland's Nationale Dag (21 juni). Deze bont-amaat is een uniek kledingstuk: er zijn maar een paar van dergelijke kledingstukken in het Ammassalik-district.