Kleren als biografische bron: de garderobe van Marie Mastboom-Brosens

 
22 februari 2024
Freelance mode-en kunsthistorica

Kleren worden meestal verzameld vanuit een lineair perspectief: het idee dat ze passen op de tijdlijn van de modegeschiedenis. Dit staat ver af van de dagelijkse realiteit van het dragen.

 

Lineaire Modegeschiedenis

Natuurlijk: wanneer je iets kiest, speelt het al dan niet meegaan met een trend een rol. Maar dit is slechts een klein gedeelte van de totale levensloop. Zodra het kledingstuk onderdeel wordt van een garderobe verhoudt het zich niet alleen tot de modegeschiedenis maar ook tot de rest van de kledingkast, de omgeving van de drager en diens persoonlijke ervaring. Deze aspecten zijn minstens zo fascinerend maar lastig te onderzoeken, omdat over de drager vaak te weinig bekend is.

 

De garderobe van het Mastboomhuis

Twee jaar geleden werd ik samen met Nelleke Honcoop gevraagd onderzoek te doen naar een bijzondere collectie kleding, waarbij het wél mogelijk was om een duidelijke link te leggen met het leven van de dragers. De kleding van een Brabantse burgemeestersfamilie, Anton & Marie Mastboom en hun zoon Henri, is jarenlang bewaard in het huis waarin zij woonden. Na de dood van Henri is het huis geconserveerd volgens het principe van suspended decay: het interieur met de gehele inboedel wordt in dezelfde staat onderhouden waarin het zich ten tijde van de dood van Henri in 1999 bevond. De ervaring was hierdoor heel intiem: we gingen letterlijk door de kledingkast van de familie. Doordat weinig werd weggegooid kregen we een inkijkje in een lange periode uit hun leven, met name bij Marie zorgde dit voor interessante ontdekkingen.

Kledingkast in de linnenkamer van het Mastboomhuis, foto Frans Strous in opdracht van de Mastboom-Brosens Stichting

 

‘Egodocument’ van het lichaam

Voor het onderzoek werden alle stukken opgemeten waardoor we een beeld kregen van de maten van Marie. Ook de verandering die haar figuur onderging komt duidelijk in beeld door de afmetingen in verband te brengen met de datering van de kleding. Zo kan kennis van modegeschiedenis worden ingezet als hulpmiddel bij het ontleden van kleren als biografische bron: als egodocument van het lichaam waarop het werd gedragen.

Marie, geboren in 1877, was lang voor haar generatie en kwam vanaf de geboorte van haar kind langzaam aan. De kleinste gemeten taillemaat, waarschijnlijk rond 1904 en is 72 cm en de grootste, uit de jaren ’50, ruim boven de 100 cm. Verschillende lijfjes dateren uit de periode rond 1910, toen Marie’s taille zo’n 85-87 cm moet zijn geweest. Voor die tijd was dit wat we nu plussize noemen en het is vergelijkbaar met een moderne maat 44. Het proces van langzaam aankomen is herkenbaar voor velen en duidelijk gelinkt aan schaamte: dun wordt over het algemeen als mooier beschouwd dan dik en aankomen als een gebrek aan zelfbeheersing. Hoewel het ideale lichaam de afgelopen eeuw telkens veranderde is fat-shamen van alle tijden: in een brief uit 1941 schrijft het Roosendaalse modehuis Maison de Paris dat haar jas al lang klaar zou zijn geweest als ze een ‘normale’ maat had gehad.

 

Voor en na de make-over

De kleren in het Mastboomhuis werden lange tijd gedragen en dus regelmatig versteld en vermaakt. Meestal is niet duidelijk wanneer dit precies gebeurde en hoe het kledingstuk er oorspronkelijk uitzag. Van één japon hebben we een ‘before’ afbeelding rond 1906 gevonden, het jaar voor de geboorte van Henri en na de vroeggeboorte van een dochtertje. Toen we de jurk uit de kast haalden viel gelijk op dat er iets niet ‘klopte’. De taille bleek alleen aan de voorkant uitgelegd maar de borstomvang niet: de ontstane jurk correspondeerde niet met de maattabel die Marie in haar leven had doorlopen. Ook waren de grote pofmouwen behouden, hoewel deze rond 1910 al uit de mode waren. De meest waarschijnlijke verklaring is dat Marie de jurk aan liet passen aan haar lichaam tijdens de zwangerschap van Henri.

Marie in de jurk voor de make-over, detail, ca. 1906, foto: aoniem, copyright Mastboom Brosens Stichting

Jurk in vermaakte staat gefotografeerd in de woonkamer van het Mastboomhuis, foto Frans Strous in opdracht van de Mastboom-Brosens Stichting

 

Intieme hygiëne

Soms komt het lichamelijke nog dichterbij: bij het op de pop doen van sommige jurken gaf het gebied rond de oksels een duidelijke geur af; de oude zweetgeur werd geactiveerd door beweging. Deze geur is nauw verbonden met intieme hygiëne, waarover weinig gesproken en geschreven wordt omdat ook dit is omgeven door schaamte. Dat gevoel van schaamte is terug te vinden in de talloze reclames voor anti-transpiranten in de periode tussen de wereldoorlogen. De manier waarop werden geadverteerd laat daarnaast duidelijk zien dat het gebruik op dat moment nog niet zo algemeen was. Een schril contrast met vandaag de dag, waarbij het aanbrengen van deodorant de standaard is en deels voorkomt uit angst dat we eventueel te ruiken zouden zijn in plaats van daadwerkelijk geproduceerde zweetgeur.

Reclame voor o-do-ro-no deodorant, 1939, tijdschrift en foto van de auteur

De meest intieme kledingstukken van die we van Marie Mastboom-Brosens vonden, waren haar menstruatieproducten. Deze lagen keurig opgestapeld in een lade in de slaapkamer en zijn waarschijnlijk meer dan een eeuw oud. Marie had een aantal gordels waar maandverbanden van badstof aan vast konden worden geknoopt. Deze wasbare verbanden hadden vullingen van flanel. Hierdoor kon het worden aangepast op de hevigheid van het bloedverlies, net zoals we nu tampons voor zware en lichte dagen hebben. Op de verbanden is haar monogram geborduurd, zodat het wanneer ze de was elders liet doen niet door elkaar zou raken.

Menstruatieproducten van Marie Brosens, foto Frans Strous in opdracht van de Mastboom-Brosens Stichting

Waarschijnlijk was het behoud van deze intieme garderobe van zijn moeder niet wat Henri voor ogen had toen hij in zijn testament vast liet leggen dat het huis onveranderd moest blijven. Toch heeft hij er (onbedoeld?) voor gezorgd dat een stukje kleedgeschiedenis bewaard is gebleven die nu juist uniek is door het persoonlijke, alledaagse en herkenbare karakter.

Meer verhalen over de garderobes van Marie, Antoon en Henri zijn te lezen in het boek Alles uit de kast, de garderobe van het Mastboomhuis, door Birthe Weijkamp en Nelleke Honcoop. 

Header: Tweedelige japon van Marie Mastboom Brosens gefotografeerd in de ontvangstkamer van het Mastboomhuis, foto Frans Strous in opdracht van de Mastboom-Brosens Stichting

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie