De Urker vissers droegen een broek en een baadje, afhankelijk van het jaargetijde gemaakt van wol of van katoen. De stevig geweven katoen werd ook wel pilo of Engels leer genoemd. Een nieuw pilo pak was zwart, maar na enige tijd werd het door het wassen steeds lichter en dan werd het als werkpak in gebruik genomen. Uiteindelijk werd het grijs. Het werd zorgvuldig onderhouden en ook regelmatig versteld.