Zwarte jersey jurk met v-halsuitsnijding en asymmetrische sluiting. Aan de v-halsuitsnijding evenwijdig een voetkraag kraag die kruislings over elkaar liggen in middenvoor. Het bovendeel is aangefronst onder de armuitsnijdingen. De brede mouwen zijn aangeknipt en hebben een brede omslag. De verhoogde lendenlijn wordt geaccentueerd door een rode brede band in jersey met een oranje lint. De band is licht gebogen in middenvoor en middenrug. Het rokdeel is rechtvallend. Het rokdeel heeft twee kleine liggende plooien in voorste en rug. Op de band sluit de jurk met haken en ogen. In het rokdeel sluit de jurk met een korte ritssluiting. Aan de binnenkant is de jurk gedubbeld op de brede band met zwarte katoen. Rudi Gernreich (1922-1985) is hoofdzakelijk gekend voor zijn avant-garde en soms aanstootgevende ontwerpen. Maar tegelijk had hij een ruim begrip van kleur, vorm en van de noden van de moderne vrouw. Geboren in Oostenrijk, verhuisde Gernreich naar Los Angeles in 1938 als een Joods vluchteling. In de jaren veertig was hij actief als kostuumontwerper en professioneel danser bij een danscompagnie. Dit leverde hem een bijzondere interesse op in het lichaam en ook in de bevrijding van het lichaam van de beperkingen van kleding. Tegen het eind van de jaren veertig gaf hij zijn danscarrière op en na verwoede pogingen om binnen te raken in de door Parijs gedomineerde modewereld, begon hij in 1951 zijn eigen kledinglijn te ontwerpen en tekende uiteindelijk een contract met William Bass Inc. om te produceren voor Jax, een opkomende luxeboetiek in Beverly Hills die avant-garde kleding met een humoristische twist verkocht. Van meet af aan focuste Bernreichs werk op de bevrijding van het vrouwelijk lichaam. Vanaf 1955 begon hij zwemkleding te ontwerpen en in 1960 richtte hij zijn eigen firma G.R. Designs op, die in 1964 de naam Rudy Gernreich Inc. kreeg.
Voor de herfstcollectie van 1963 vervaardigde Gernreich een reeks zogenaamde 'Kabuki-jurken'. Deze combineerden elementen van traditionele Japanse klederdracht met geometrische patronen. De riem in kimonostijl, die zich traditioneel op taillehoogte bevindt, is verhoogd en plat bijgevolg de buste af. De kimonomouwen zijn lang en wijd en de rok werd toentertijd als kort beschouwd. Deze elementen geven de stukken het jeugdige en beweeglijke karakter dat Gernreich promootte. Sinds 1960 liet hij zijn breigoed vervaardigen door Harmon knitwear, zo ook deze jurken.
Aanvullingen