aan een bestaande ring met robijnen is in het midden een pegel met stukjes edelsteen bevestigd
Deze ring is vervaardigd van zilver en bezet met edelstenen, maar door de met opzet onbeholpen afwerking lijkt het een sieraad van wegwerpmateriaal. De ring bestaat uit een band van zilver dat dof gemaakt is en daardoor een verweerde indruk maakt. Op de band is een groot, kegelvormig uitsteeksel aangebracht. Deze kegel is een opeenhoping van talloze witte edelsteentjes. Rondom de kegel zijn kleine, rechthoekige klauwzettingen aangebracht die elk voorzien zijn van een robijn.
De sieraden van Karl Fritsch (Sonthofen, 1963) zijn brutaal en humoristisch. In zijn werk weet hij materialen, technieken en conventies een andere draai te geven. Het edelmetaal straalt en schittert niet, de glinsterende stenen zijn van glas, vingerafdrukken decoreren het metaal, zettingen functioneren niet, en stenen lijken los op elkaar gestapeld te zijn. Karl Fritsch tart de wetten van de edelsmeedkunst, de oude en de nieuwe conventies, uit liefde voor zijn vak. Fritsch houdt van de directheid van het maken. Bestaande ideeën over wat een ring is, of zou kunnen zijn, weet hij keer op keer verder op te rekken. Zijn sieraden kunnen echte spektakelstukken zijn, in carnavaleske uitmonsteringen, maar ook kunnen ze op simpele kleiknutsels lijken.
Aanvullingen