oorhanger
Oorsieraad, waarbij binnen een zilveren frame een landschapje met slakkenhuisje van giethars hangt. De armbanden, broches en oorsieraden van gegoten hars vormden in 1976 een geheel nieuwe stap in het werk van Marion Herbst. De harssieraden in de vorm van slakkenhuisjes, blaadjes en schelpjes zijn bescheiden, verhalend en romantisch. Ze ogen als natuurlijke objects trouvés. Hier gaf Herbst het witte materiaal met olieverf duidelijke kleuraccenten.
Marion Herbst (Lingen an der Emst/D,1944- Veen,1995) werd eind jaren zestig een van de meest eigenzinnige en rebelse in Nederland werkende sieraadontwerpers. Eind 1973 was ze een van de oprichters van de Bond van Oproerige Edelsmeden die met hun werk en statements de aandacht vroegen voor de bevrijding van het moderne sieraad. De mathematische en conceptuele uitgangspunten, die Herbst als "Hollands glad" betitelde, en de taboes van eind jaren zestig werden losgelaten. Frivoliteit en decoratie mocht weer. Niet het concept maar het materiaal wordt uitgangspunt voor een vrije verkenning van het sieraad. BOE was een kort leven beschoren maar een jaar later kreeg het initiatief een vervolg in de Vereniging van Sieraadontwerpers (VES), die tentoonstellingen organiseerde, een bulletin uitgaf en een informatiecentrum beheerde. Het vrolijke en zeer kleurrijke oeuvre van eenling Herbst, waarin onder andere edelmetalen, glaskralen, perspex, doucheslang, giethars, staal, geweven materialen, papier-maché, hout, borduurgaren en zijde, zijn gebruikt, kenmerkt zich door een grote experimenteerdrift. Niet gehinderd door straffe regels of marktprincipes liet zij zich bij haar ontwerpen inspireren door onder meer de beeldhouwkunst, niet-westerse culturen, commedia dell'arte en de massacultuur. Haar werk kan worden samengevat in één term: non-conformisme. Herbst was van 1981-1992 leraar aan de Gerrit Rietveld Academie, waar ze zelf in 1968 was afgestudeerd.
Aanvullingen