broche, van vierkante, groene kunststof borstel. De borstels dienen door een trui gestoken te worden.
Broche, die ontstaan is doordat Maria Hees de handgreep aan de bovenkant van een bestaande plastic borstel heeft verwijderd en de randen heeft bijgewerkt. De broche, hier in groen, bestaat in verschillende vormen (cirkel, vierkant, driehoek) en kleuren. De borstels dienen door een trui te worden gestoken.
Maria Hees (Bergeijk, 1948) studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem, waar ze les kreeg van Gijs Bakker. Vanaf 1979 is ze, samen met ontwerpers als Marion Herbst en Marga Staartjes, een belangrijke vernieuwer in de Nederlandse sieraadvormgeving. Ze vormen een op de Pop Art geïnspireerde stroming, die reageert op de streng formele tendensen die het Nederlandse sieraad in de jaren zeventig beheersen. In tegenstelling tot haar leermeesters, die vanuit sobere geometrische uitgangspunten met metalen werken, legt Hees zich toe op de transformatie van 'ready-made' materialen: pannenspons, borstels, tuinslang. Ondanks de schijnbare eenvoud ervan is haar werk zeer beeldend en decoratief. Haar vindingrijkheid leidt niet zelden tot humoristische en relativerende resultaten, die ze gedeeltelijk zelf in serie uitbrengt.
Hees beperkt zich niet tot sieraden. Ze ontwerpt ook tassen en lampen. Direct na haar afstuderen in 1979 breekt ze al door met haar draadkoffertje, waarbij het ijzeren frame aan de buitenkant en de bekleding aan de binnenkant zit. Hierna volgen meerdere ontwerpen die tot moderne klassiekers worden, waaronder haar tuinslangarmbanden en de borstelbroches. In de loop der jaren is Hees ook duurdere materialen toe gaan passen, zoals chipwood, zilver en vissenleer. Haar ontwerpen blijven daarbij even fantasierijk.
Aanvullingen