zonder titel
Collectie
'draagbaar object' (2x), bestaande uit strengen van gedraaide en beschilderde zijderepen van toenemende lengte, die in lussen om de schouders liggen
Draagbaar schouderobject, bestaande uit twee losse delen, van Lam de Wolf. Strengen van gedraaide en beschilderde zijderepen van toenemende lengte liggen in lussen om de schouders.
Lam de Wolf (1949, Badhoevedorp) studeert in 1981 af in monumentaal textiel aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze neemt met haar oeuvre al snel een unieke plaats in binnen de Nederlandse sieraadvormgeving. Als textielkunstenaar ontwikkelt ze keer op keer objecten die evenzeer autonoom kunstwerk als kledingstuk als sieraad zijn. Haar werk heeft een verankerde kwaliteit die moeilijk te omschrijven is. Haar ontwerpen lijken als rituele attributen naar de codes van een onbekende werkelijkheid te verwijzen.
Tegelijkertijd zijn de door haar gebruikte tegenstellingen tussen kracht en kwetsbaarheid of zachtheid en onbuigzaamheid herkenbaar, invoelbaar. Ze speelt daarbij met onze waarneming en keert eigenschappen, die normaliter aan een bepaald materiaal verbonden zijn, om. Materialen krijgen zo nieuwe functies toegewezen in een wederzijdse afhankelijkheid met elkaar. Hout krijgt iets plooibaars, doek wordt onwrikbaar. Soms komen deze eigenschappen pas goed tot uiting als haar werk door een lichaam gedragen wordt.
Lam de Wolf werkt intuïtief. Haar verzamelingen, haar dagelijkse leefomgeving, mode, muziek en filmers als Fritz Lang en Federico Fellini vormen daarbij haar inspiratiebron. Ze maakt vaak series, waarvan poppen, lepels, zakdoekjes, rokken, woorden of overgebleven Delftsblauwe kopjes van haar moeder deel uitmaken. Lam de Wolf transformeert ze steeds tot nieuwe gedaantes, die geen absolute betekenis kennen. Rafeligheid, zowel letterlijk als figuurlijk, is haar handelsmerk.
Aanvullingen