Lange gewatteerde kamerjas in muisgrijze en lichtroze zijde. Volledig ruitvormig doorstikt. Uitgeschuind model met tournure in de rug. Borduurwerk van bloemen naast de sluiting van schouders tot boord. Evenwijdig boven de zoom loopt het borduurwerk door in de rug. In de rug loopt het borduurwerk door tot halfweg het rugpand. Het borduurwerk is in grijs zijden draad. Kleine korte reverskraag in roze zijde met grijs borduurwerk. Sluiting in het voorste met 7 brandenbourgers in lichtroze koord. De knopen zijn bolvormig en zijn overtrokken met fijn haakwerk. Opgestikte zakken in lichtroze zijde en grijs borduurwerk. De kleine zakken zijn afgerond met een punt naar onder en diagonaal doorstikt. De bovenkant is afgewerkt met een smal grijs bieslint in zijde. De kamerjas heeft verschillende driehoekige inzetstukken om volume en breedte aan de zoom te verkrijgen. Het rokdeel heeft een sleep. Vanuit het lijfje van de rug lopen twee flappen door op het rokdeel. De flappen zijn hoekig aan de boord en hebben ook borduurwerk. Twee ingelegde plooien liggen vast met 6 overtrokken knopen. Het rokdeel in de rug hangt los onder de flappen. Het middenste van de rok in de rug is gefronst aan de lenden en is afgewerkt met een roze bies in zijde. Op de zijnaden in de lenden riemlussen. Door de riemlussen een roze koord met kwasten. De lange mouwen hebben een binnennaad en een elleboognaad. De mouw heeft een boord in lichtroze zijde. De boord is doorstikt met evenwijdige stiksels en heeft grijs borduurwerk. De volledige kamerjas is gedubbeld in roze zijde. De roze zijde is volledig doorstikt met vertikale stiksels. In 1854 wordt Japan opengesteld voor de internationale handel. Vanaf dan start het met een enorme productie voor zijn nieuwe westerse handelspartners. Ingegeven door een gezonde ondernemingszin worden er vanaf dan zelfs consumptiegoederen exclusief voor de export vervaardigd, zo ook kledingstukken. Gewatteerde kamerjassen zoals deze met een sleep en extra wijdte voor een tournure zijn qua vorm aangepast aan de westerse mode, maar de materialen (habutaezijde), de stiksels, het borduurwerk en de riem van 'kumihimo' (Japanse wol) zijn typisch Japans. Gekend als Yokohamagewaad of -kamerjas naar de haven van waaruit ze verscheept werden, behoorden ze tot de eerste items die gemaakt werden na de opening van Japan naar het Westen. De Yokohamahaven opende in 1859.
Tot het midden van de negentiende eeuw werden kamerjassen informeel gedragen binnenshuis, voor een informeel ontbijt, vóór het aankleden en op momenten tussen het verkleden. Nadien werden ze meer een slaapkamerkledingstuk of omhulsel waarin de badkamer bezocht werd.
Aanvullingen