Boven de kralap werd bij feestelijkheden, maar ook bij een begrafenis, een witte tulen doek met geborduurde motiefjes gedragen, die licht gesteven en gevouwen werd. Deze werd aan de voorkant tussen de halsopening van het kletje gestoken. Alleen bij de Volendammer klederdracht is dit gebruik uit de 18e eeuw bewaard gebleven.
Aanvullingen