Een werkmuts werd over de mooie ronde kap getrokken, om deze te beschermen tijdens het werk. Werkmutsen zijn meestal gemaakt van linnen, soms van katoen. Deze muts heeft de vorm van de ondermuts. Hoewel de werkmuts was bestemd voor vuil werk, heeft deze een prachtige, brede voorrand van snee- stop- en witwerk. Onder op de zoom zit meestal nog een in kruissteek geborduurd randmotief in zwarte zijde. Vrouwen droegen de werkmuts vanaf hun zestiende jaar. In de bol staan in zwarte kruissteek de initialen ‘A P’, in Friese letters.
Aanvullingen