Waaier met benen in schildpad en wit-bruine struisvogelveren

De waaier heeft 16 aaneengesloten benen in donkerbruin gevlekt (imitatie)schildpad met op elke been een wit-bruin geverfde struisvogelveer. Door het hoofd van de benen steekt een metalen sluitpin met een waaierring in (imitatie)schildpad waar een zijde lint met strik aanhangt. De waaier heeft een lengte van 32 cm. De buitenbenen hebben een lengte van 20.5 cm. De spanwijdte van de waaier is 52 cm. Tegen het einde van de negentiende eeuw werden struisvogelveren al verschillende eeuwen gebruikt voor het maken van zowel vouw- als vaste waaiers. In Europa werden vaste waaiers met struisvogelveren in de zestiende en zeventiende eeuw gebruikt. Aan het eind van de negentiende eeuw ontstond er een hernieuwde belangstelling voor de veren waaier. En tot 1920 zou de veren waaier in populariteit groeien. Er kwam een grotere variatie in het aanbod van veren waaiers, zo werden er verschillende soorten veren als struisvogelveren, veren van de kolibrie, fazant en adelaar gebruikt. Voor de benen werden veelal materialen als schildpad, ivoor en celluloid gebruikt. De grootte van de veren waaiers kon verschillen van 29 centimeter tot 70 centimeter in lengte. Deze waaier heeft wit-bruine struisvogelveren en een montuur in schildpad of celluloid.