Schoenen in wit leder bekleedt met groen geborduurde stof. De stof heeft een bloemmotief van tinten grijs, oker, rood, bruin en groen. Zeer scherpe licht omhoog staande teen. Een fijne wit lederen bies tussen de schoen en de zool. Zware bobijnhak. Twee riemen sluiten op de wreef met een ovale gesp. Beide riemen liggen in dezelfde richting. De gesp is versierd met strasstenen. Grote brede lip loopt onder de riemen door. De schoenen en de riemen zijn volledig afgeboord met groen bieslint. De leren zool loopt door tot in de hak. De grote bobijnhak heeft ook een leren zool. Tijdens de gracieuze rococoperiode kregen hakken een gewelfde vorm in navolging van de omhoogkrullende puntige teen. De eerder zware hak wijst wellicht op Engelse makelij. De bekleding van de schoenen is ingeweven met een bloemmotief van tinten oker, rood, bruin, groen en metaaldraad. De fijne witte leren bies tussen de schoen en de zool verraadt de hoogstaande kwaliteit van dit paar schoenen en was gebruikelijk tot de jaren 1760. Twee riemen sluiten op de wreef met een ovale gesp die versierd is met stras. Gespen konden vaak gecombineerd worden met verschillende schoenen.
Aanvullingen