Vrouw in West-Friese streekdracht. De vrouw draagt onder haar kanten muts een oorijzer waarvan de 'boeken' (rechthoekige oorijzer-uiteinden) ter hoogte van het voorhoofd zichtbaar zijn. Boven deze boeken zijn twee mutsenspelden in de muts gestoken. De vrouw draagt een halssnoer met twee strengen kralen aan een driedelige sluiting.
Aanvullingen