Vouwwaaier in papier versierd met pastoraal tafereel

De vouwwaaier heeft een dubbel waaierblad. Het voorblad is van papier waarop een met de handgeschilderde voorstelling van twee vrouwen en een man in een landschap is aangebracht. De man is gehuld in een groen kostuum en gezeten terwijl hij zijn hoofd in zijn rechterhand laat rusten. Voor de man staat een vrouw in een gele japon met een mand bloemen in haar handen, dezelfde soort bloem houdt de man in zijn linkerhand. Links van het koppel zit een vrouw met haar rug naar de toeschouwer gekeert. De vrouw is gehuld in een roze japon en houdt een vishengel in haar rechterhand. Langs de randen van het waaierblad zijn krullen aangebracht. Het achterblad is verstevigd met perkament waarop centraal een waterval omringd door bloemen en planten is geschilderd. Het montuur bestaat uit 14 benen in ivoor. Op de buitenbenen en op 6 binnenbenen zijn cartouches uitgesneden waar een bloemmotief op is geschilderd. De benen zijn verder in ajour vergulde versieringsmotieven uitgewerkt. Door het hoofd van de benen is een metalen sluitpin gestoken met paarlemoeren knoppen en een koperen waaierring. De buitenbenen hebben een lengte van 18,5 cm. Het waaierblad heeft een lengte van 7 cm. De waaier heeft een spanwijdte van ongeveer 35 cm. In de negentiende eeuw overheerste het Historisme in de kunst en architectuur. Deze stroming blikte terug op het verleden en ontleende decoraties aan vroegere stijlperioden uit onder andere de zeventiende en achttiende eeuw. Zo ontstonden diverse neostijlen zoals de Neogotiek, Neobarok en de Neorococo. Ook voor de decoratie van de negentiende-eeuwse waaier werd er geput uit het verleden. Dit soort waaiers worden ook wel pastiches genoemd. Rond 1830 werd de Rococo veelal als inspiratiebron gebruikt. Op de waaierbladen werden over de gehele breedte pastorale scenes afgebeeld. De benen waren aaneensluitend waarin figuratieve scenes, krulmotieven of bloemen en planten werden uitgesneden. De benen waren ook veelal verguld en beschilderd. De lengte van het handdeel van de benen was vrijwel gelijk aan de lengte van het waaierblad. Op deze waaier zijn twee vrouwen en een man in een landschap afgebeeld. Een van de vrouwen biedt de man een bloem aan en de andere vrouw zit te vissen. De vrouwen zijn hoogstwaarschijnlijk gekleed in laat achttiende-eeuws kostuum.