Voorpanden van rood baai met een achterpand van donkerrode kunstzijde. De armsgaten en onderzijde zijn afgezet met blauw koor, de hals met zwart fluweel. De voorpanden zijn gevoerd met blauw-grijze katoen. Dit kledingstuk werd over het rijglijf aangetrokken. Voorpanden behorend bij zondagse rouwdracht (ZZM 022414 t/m ZZM 022423). In de winter wordt het buisje (022419) over de mouwen gedragen. Mevrouw Zeeman-Visser vertelt: 'Het stikje van de boezel is antiek en is gemaakt van een peluw. Het stelletje (voorpanden en steekmouwen) is van mijn moeder geweest en is vermaakt voor mij. De bauw is heel antiek en heb ik van mijn schoonmoeder gekregen. De dikke kap kreeg ik van mijn nichtje Clazien. Het doekje kreeg ik van mijn schoonmoeder. De boezel en het middeltje zijn door mij gemaakt, de rest maakte mijn moeder.'
Aanvullingen