Twintig ronde met knopen kegelvormige bovenkant, zogenaamde zeeuwse knopen

20 gelijke, ronde knopen met een bolle onderkant met een oogje, en een kegelvormige bovenkant. De onderkant bestaat uit een veelbladige bloem, waarvan de bladeren opgevuld zijn met 8-vormige spiralen. De bovenkant bestaat uit 2 rijen bovenelkaar van 8 diamantkoppen. elk omgeven door een spitaalband. Daarboven 2 spiraalbanden met bovenop een diamantkop. Op 10 knopen een belastingstempel (dolfijn in driehoek) op het oogje.