Twee achtzijdige hoofdkussentjes van een fauteuil. Een zwarte rand, omlijst door twee rijen gouden kraaltjes en bezet met in bruin leer uitgesneden en opgenaaide klimoptakken, omgeeft een in kruissteek geborduurd paars middenveld, dat langs de rand is afgezet met een meandermotief in zwarte kraaltjes. In het midden van dit veld bevindt zich een ruitvormig bloemmotief met geschulpte rand in transparante kraaltjes, en een binnentekening en hart in gele kruissteek, omlijst door bruin geroeste kraaltjes., De kussens zijn gevoerd met zwart satinet, omzoomd met zwarte kant, hangend aan een paars koord. De voorzijde is geborduurd in wollen kruissteek en kraaltjes.
Aanvullingen