Op deze litho is een aantal details van de Walcherse dracht omstreeks 1850 samengebracht. De details zijn bedoeld om plaat XIII te verduidelijken. De verschillende tekeningen zijn van een nummer voorzien: Nummer 1 laat de feestkleding van een Walchers meisje zien. Gezien haar sieraden komt zij uit een welgestelde familie. Bij 2 staat een veel minder rijke vrouw in winterkleding afgebeeld. Haar jak is van serge en haar schort van blauw linnen. Bij 3 is een vrouw in werkkleding op de rug te zien. Over de korte mouwen van haar gestreepte borstrok draagt ze 'mors- of overmouwen'. Haar muts is niet van kant, maar van neteldoek met een ingeweven streepje. 4 Mannenhoed met de bijbehorende haardracht, recht afgeknipt en tegen de hoedrand omhoog gekamd. 5 Meisjes zijn, behalve de hoofdtooi, hetzelfde gekleed als de volwassen vrouwen. 6 Leren schoen met leren versiering en een zilveren gesp. 7 Houten damesmuiltje, ook wel 'blookje' genoemd. 8 Zilveren haak en oog. Deze vormen samen de sluiting van een schort.9 Zilveren heft van een zakmes met een deel van de leren schede.
Plaat XXXI van: Nederlandsche kleederdragten, naar de natuur geteekend = costumes des Pays-Bas, dessinés d'après nature / door Valentijn Bing en [Jan] Braet von Ueberfeldt. - Amsterdam : [s.n.], 1857.
Aanvullingen