De slauw omhult het onderste gedeelte van het rijglijf, van het middel af, en is vermoedelijk ontstaan als een wasbare bescherming voor het rijglijf. Als een langgerekte stofbaan loopt de slauw vlak onder de oksels door naar de rug, om zich daar nog iets te verbreden. Gaandeweg is de slauw een permanent onderdeel van de dracht geworden. Voor dagelijks gebruik is de slauw gemaakt van een gebloemd katoentje voor hoogtijdagen worden geimiteerde of echte batikstoffen van Oost-Indische herkomst gebruikt en fraaie antieke sitsen. Doordat bij kostbare stoffen zuinigheid een gebiedende noodzaak is, wordt meestal voor het middenstuk een minder dure stof ingelast, dat bij het dragen toch bedekt wordt door de bauw.
Aanvullingen