Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Schort of boezel

Collectie

Schort of boezel
De bovenrok wordt tegen vuil worden beschermd door een schort. Dit schort is 's zondags als het kletje gedragen wordt een BOEZEL, door de week en met werk een BONTJE. Toch worden bontjes ook wel eens gedragen met het kletje. DE BOEZEL: Is gemaakt van kletjesstof. Aan bovenzijde vroeger een zijden en later een satijnen stikkie. Uit de rouw kleurig bloemmotief op wit, geborduurd of gespoten, (hetzelfde als de kraplap). Voor daags naar de kerk is het stikkie bont geruit of gestreept. Voor 1890 waren de stikkies altijd bont. HET BONTJE: Vanaf ongeveer 1930 worden de bontjes gemaakt van een wit katoenen stof met fijne gekleurde strepen. Daarvoor werden bonte ruitjes gebruikt. In het werk draagt men zeer fijn geruite blauw-wit bontjes die soms effen blauw lijken. Over inrimpeling aan de bovenzijde wordt veelal smockwerk aan- gebracht. De vrouwen grepen deze gelegenheid gretig aan om hierop hun fantasie bot te vieren. Het resultaat is vaak verrassend en decoratief. Na WOII werd het smockwerk steeds breder. Dit schort is afkomstig van Augustin Hanicotte (1870-1957), een Franse kunstschilder die tussen ongeveer 1895 en 1914 veel in Volendam heeft gewerkt. Hij trouwde met Trinette Spaander, een dochter van hoteleigenaar Leendert Spaander. Hanitcotte heeft het schort waarschijnlijk gekocht of laten maken, zodat hij ook in Frankrijk de mogelijkheid had modellen in Volendammer- of Markerdracht te schilderen. Veel buitenlandse kunstenaars deden dit en kochten kostuums, klompen en interieurstukken. Het schort is door de dochter van de schilder geschonken aan het Zuiderzeemuseum.

Delen


Objectnummer

  • 020594 /c

Instelling

  • Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Objecttype

Materiaal & Techniek

  • Wol
  • Katoen

Periode

  • 1900-1925

Datering

  • 1920 / 1960
Externe website

Aanvullingen