Een wit linnen smaltje met rood geruit stikkie, een kanten tussenzetsel en wit linnen banden met vernaaide platen werd gedragen door de witte bruid 's middags op de dag van aantekenen alle vrouwelijke bruiloftsgastengasten op de dag van het aantekenen de witte bruid vanaf halfelf 's morgens op de zondag na het aantekenen, het zgn. "sopeten" de basse of schone kok tijdens het "sopeten".
Aanvullingen