Robe à la française in blauwe taftzijde bestaande uit japon en rok
Collectie
De damesjapon is van blauwe tafzijde met veelkleurig bloemenborduursel. De 'robe' of overjapon heeft een nauwsluitend lijfje met diep vierkant decolleté en aansluitende driekwartmouwen. Aan het rugdecolleté vertrekken de 'plis Watteau', twee dubbele platte plooien die doorlopen in de ruime rok en een soort valse hofmantel vormen. Het decolleté en de mouwen werden later afgeboord met fijne witte machinale Valencienneskant. Het lijfje middenvoor is versierd met vijf onder mekaar geplaatste strikjes in roze zijde: de zogenaamde 'échelle' of 'strikjesladder'. Deze japon, 'robe à la française' of 'sack' geheten, heeft een opvallend rokgedeelte of 'robe' waaronder een los rokpand, ook 'tablier' genoemd, zichtbaar wordt. De paniers - een constructie van linnen en baleinen ( in de vorm van broodmandjes) - die over het onderhemd werd gedragen, zorgden ervoor dat de rok wijd uit ging staan. De rococoperiode wordt gekenmerkt door een uitbundig gebruik van naturalistische motieven, subtiele kleuren en verfijnde opsmuk. Het Franse hof bepaalde de mode en deze robe à la française is hiervan een goed voorbeeld. De overjapon in blauwe tafzijde met veelkleurig bloemenborduursel is achteraan voorzien van wijde rugplooien of 'plis Watteau', genoemd naar de Franse schilder Jean-Antoine Watteau (1684-1721). Het lijfje is vooraan versierd met een 'échelle' of 'strikjesladder' in roze zijde. Onder de openvallende rok is een los rokpand of tablier zichtbaar. Het decolleté en de mouwen werden later afgeboord met fijne witte machinale Valencienneskant.
Aanvullingen