Poppenhuispop, voorstellend een werkmeid. Witte vrouw met een papier maché (?) hoofd en een beschilderd gezicht met ingelegde bruin glazen ogen. Lange smalle handen van zeer licht roze geschilderd hout Het haaris eropgeschilderd en dof zwart van kleur. Op het hoofd een muts van wit tule met stermotiefjes, eronder een zwart zijde ondermuts. Langs de gezichtrand een rand van kanten ruches met ijzerdraad. Aan de onderkant van de rucherand hangt aan iedere zijde een ringetje met daaraan een rode kraal. Over de muts en langs de hals een breed champagnekleurig zijde lint (kwetsbaar). De pop draagt een grijsbruine jurk betstaande uit een hooggesloten lijfje en een aangenaaide wijduitlopende enkellange rok. Halverwege de lange mouwen is een olijfkleurig golfbandje opgenaaid. Over de rok een kortere schortrok van donkerbruine zijdedie achter wordt gestrikt. Op de borst is een zilverkleurige broche met twee geslepen glazen steentjes vastgemaakt. De onderkleding bestaat uit knielange gebreide wit katoenen kousen waarover een knielange onderbroek van stevig wit piquékatoen Daaroverheen een lang onderhemd met erover waarschijnlijk een korset. Daaroverheen twee stevige onderrokken van wit katoenen een losse schortzak middenvoor. Aan de voeten platte zwart leren schoentjes.
Aanvullingen