Aan een leiband een klein meisje, gekleed in een lichtblauw damasten overkleed, opzij opgenomen, over een rozerood en bruin gestreepte zijden rok, waaronder een onderrok van gestippelde gebloemde katoen en een tweede onderrok van wit linnen. Zij heeft geverfde schoentjes en blote billetjes. Het schort, de manchetten, kraag en dikke valmuts zijn rijkelijk afgezet met kant, strikken en zilverdraad. Zij draagt een pop in rode zijden jurk (uit de 19de eeuw).
Aanvullingen