Deze muts werd gedragen bij de nette, daagse dracht, de ‘opknappersdracht’. De randen zijn op ingenieuze manier gevouwen en gerimpeld, wat een spectaculair effect geeft. De gevouwen rand boven het voorhoofd heet ‘slakkendopjes’ of ‘muizentandjes’, de geplooide achterkant ‘duivenstaart’.
Aanvullingen