Parasol, met hout en ivoren vouwsteel, waarvan het onderste gedeelte bewerkt is met spiraalvormig patroon. Cremekleurige zijden dek, met ingeweven lintmotief in zwart en roze, Aan het dek is tussen de spaken aangerimpelde aangenaaide ruche in de vorm van grote schulpen, met een rand van kleine schulpen. Op de aanzet een gerimpeld strookje cremekleurige zijde. Bovenaan een gedrapeerd lint van cremekleurige zijde met randen van roze ingeweven blokmotief. Voering van cremekleurige zijde met rand van aangenaaide schulpen, zoals bij het dek, Op het dek een ivoren knop met benen ring. Spaken van balein, uitlopen in ivoren knopjes. Steel van hout en ivoor, met een schuif van bewerkt koper met Egyptische motieven. Dit is ongebruikelijk, het zijn meestal bloemen.
In gesloten toestand werd de parasol aan de ring in de hand gedragen.
De vouwsteel heeft een extra knikmogelijkheid aan de bovenkant van de steel.
De parasol past in de mode rond 1870-1880, met veel ruches, randen en schulpen.
Aanvullingen