Oesterkleurige open jurk in zijde met kleine geborduurde bloemen. De jurk sluit in het voorste met haken en lussen. Het lijfje loopt in de lenden uit op een punt in voorste en rug. Grote ronde halsuitsnijding afgewerkt met een groen satijnen lint. Het rokdeel valt open en de rand is afgewerkt met groen satijnen lint. Korte mouwen die afgewerkt zijn met een apliccatie van dezelfde stof en groen satijnen lint. De rok is van een lichtroze zijde en volledig gedubbeld met een ecrukleurige fijne wol. De rok heeft twee zijsplitten in de lenden. De bovenkant is afgewerkt met een fijn lint en kan aan de splitten geknoopt worden. De volledige rok is doorstikt met geometrische en bloemmotieven Tijdens de jaren 1770 won functionele kleding aan populariteit. De 'robe retroussée dans les poches' was ideaal voor wandelingen op het platteland. De jurk kon immers door de zijzakken gehaald worden waardoor hij minder makkelijk met de grond in aanraking kwam. Niet veel later evolueerde deze stijl in de 'robe à la polonaise'. Hierbij werd de jurk achteraan opgetrokken met koordjes en verdeeld in drie gedrapeerde delen. De naam verwijst naar de verdeling van Polen over drie landen - Oostenrijk, Pruisen en Rusland- in 1772. Het decolleté, de mouwen en de rok van deze oesterkleurige, zijden jurk met kleine geborduurde bloemen zijn afgewerkt met een groen satijnen lint. De onderrok van lichtroze zijde is doorgestikt met geometrische en bloemmotieven en volledig gedubbeld met fijne wol. Bij de jurk wordt een fichu of halsdoek gedragen.
Aanvullingen