Muts van neteldoek met geplooide kantjes en gekruld zijdeband

Muts van neteldoek, bestaande uit een achtergedeelte en een rand aan de boven- en zijkanten hiervan. De scheiding wordt versterkt door een machinaal kantje (1½ cm. br.) en enkele steelsteek-lijnen. Aan de achterkant is een zelfde kantje en een gekruld zijde bandje. Aan de voorkant zijn 3 geplooide kantjes waartussen gekruld zijdeband. Het 3e kantje is in het midden groter. Door 1 kantje zit nog een rijgdraad. Aan de zijkanten zit een strik. In de hoeken zitten 2 bandjes: katoen en zijde. Katoen: 12/21, zijde 9/10½. Langs de omtrek loopt een bandje wat uitkomt MA. Borduursel: fond van nopjes, platsteek. Langs de rand gaat een geschulpte parellijn met plaatselijk een bloemetje. In het midden is dit bloemetje groter. Platsteek en zandsteek en vedersteek.