Deze muts is een zogenaamde ‘driestrook’, met drie fijn geplooide stroken van tule langs de voorrand. Daarlangs is een rand van ‘slakkendoppen’ of ‘muizentandjes’ bevestigd. De muts werd op Oost-Terschelling gedragen. Op West-Terschelling droeg men de kleinere tweestrook.
Aanvullingen