Maretje Boes-Appel in Marker streekdracht, 1910–1916
Collectie
Maretje Boes-Appel in Marker streekdracht, gedeeltelijk aangekleed. Over haar hemd draagt ze de 'mouwen' (een jak met gestreepte mouwen), het rijglijf, een rood baaien borstlap en de 'voorpanden' (een boleroachtig jak). Op de borst is een 'bauw' (een sitsen borstlap) gespeld. Hieroverheen draagt ze een 'buisje' (een zondags winterjak). Om de hals draagt ze een geplooid halsdoekje. Over het 'ruigje' (een baaien onderrok) draagt ze een 'scort' (een bovenrok) en een 'boezel' (een schort).
Aanvullingen