Mantel in zwarte zijde afgewerkt met fluwelen biezen
Collectie
Sterk uitgeschuinde halflange jas met raglanmouwen. De mantelkraag heeft afgeronde punten. De sluiting op de hoge voet van de kraag met haken en ogen. Smalle stroken zwart fluweel zijn tussen de zijde verwerkt, in de kraag, de voorpanden en de boord. De rug heeft een lendennaad waaraan het rokdeel met diepe plooien is gezet. Een breed zwart fluwelen belegsel werkt het voorpand af. De raglanmouw bestaat uit twee delen. De bovenmouw heeft in de elleboogholte enkele kleine plooien. De mouw loopt breder uit naar de boord en heeft een brede omval. In de omval zijn ook stroken zwart fluweel verwerkt. De omval is gedubbeld met zwart fluweel. De ondermouw zit aan de voering van de bovenmouw vast. De ondermouw is met brede plooien op een polsboord gezet. De polsboord in zwart fluweel heeft een omval met afgeronde boorden. De ondermouw heeft brede zwarte stroken fluweel. Naast de raglannaad een smalle bies zwart fluweel. In de lenden van de rug een riem die aan de zijnaden naar binnen gaat. De twee zijden van de riem sluiten over elkaar aan de binnenkant van de jas met haken en ogen. De riem heeft smalle fijne stroken zwart fluweel. De volledige mantel is gedubbeld met ecrukleurige zijden satijn. In de belle époque (1890-1914) heerste vrede tussen de westerse mogendheden, bloeide de industrie en was de gegoede burgerij de heersende klasse geworden. De promotie van de burgerij had in de tweede helft van de negentiende eeuw gezorgd voor de opkomst van de haute couture. In 1891 richtte Jeanne Paquin een couturehuis op in Parijs, samen met haar man Isidore Paquin, een uitstekend bedrijfsleider. Daarmee was zij de eerste vrouwelijke ontwerper die haar eigen couturehuis opende in Parijs en erkend werd in de haute-couturewereld. Het huis genoot snel internationale bekendheid met winkels in ondermeer Londen en New York. Deze mantel dateert uit het eerste decennium dat het modehuis actief was.
Aanvullingen