Pandjesjassen worden tegenwoordig vooral gedragen tijdens chique gelegenheden. Veel mannen hebben een dergelijk kledingstuk helemaal niet in de kast hangen. Ooit was dat anders: in de tijd dat deze jas van donkerblauw laken (circa 1820) gemaakt werd, kon een modieuze man niet zonder.
Pandjesjassen maakten vanaf omstreeks 1790 deel uit van het modebeeld en werden tijdens allerlei gelegenheden gedragen. Op visite, tijdens een wandeling door het park, naar een deftig diner, of tijdens het paardrijden. Pas sinds ongeveer 1850 is de rokjas specifiek voorbehouden aan het avondtenue.
Ons model jas werd destijds een ‘frac’ genoemd. De kwaliteit van het kleermakerswerk, de gebruikte materialen en de modieuze snit verraden dat de jas gedragen is door een man uit hogere kringen. De bruine afwerkingen van de revers en knoopsgaten waren ooit diepzwart, maar zijn in de loop der jaren verkleurd.
Perfect passende kleding was al in de vroege negentiende eeuw een graadmeter voor sociale status. Hogere heren lieten hun kleding dan ook geheel op maat maken. Kleine details kunnen daardoor subtiel iets over de drager en zijn lichaam verraden. Zo zit de binnenzak van deze jas aan de linkerkant, wat aangeeft dat de drager rechtshandig was.
Een ander interessant detail zit hem in de vergulde koperen knopen. Op de achterkant van de knopen is de tekst ‘Treble Gilt’ ingestempeld, wat betekent dat de knopen met drie keer zoveel goud verguld zijn als wettelijk verplicht was. Dergelijke knopen waren van hoge kwaliteit, en vinden we bijvoorbeeld ook terug op de uniformen van hoge legerofficieren.
Aan de conditie van de ‘frac’ is af te lezen dat hij met liefde gedragen is. Hoewel de jas wat gebruiksslijtage vertoont, is de drager er duidelijk zuinig en voorzichtig mee omgesprongen. Ook wij proberen hem zo zorgvuldig mogelijk te conserveren, zodat hij nog door vele toekomstige generaties bewonderd kan worden.
Aanvullingen