“It boordtjen”, een kraagje, veelal van dubbelgevouwen stems genaaid op een neerhangend deel, werd altijd door de Hindelooper vrouwen gedragen. Het kraagje kon nooit worden uitgelaten en vormde de noodzakelijke afsluiting van de “foarpeldook”, de doek die de boezem bedekte. De manchetten, eveneens “boordtjens” genoemd en van hetzelfde materiaal vervaardigd, werden niet altijd gedragen
Aanvullingen