De leiband wordt gedragen door het kind in het pak, ofwel door het kind in de kakstoel. Om het middeltje wordt de leiband van achteren vastgeknoopt. Aan de voorzijde in het midden van de band staan de initialen van het kindje in gele of rode prentletters. De twee lange lussen van de leiband aan de achterzijde zijn er voor om het kind aan vast te pakken (te leiden) of om het kindje ermee in de kakstoel aan "op te hangen". De achterlussen worden dan door het gat in de kakstoel gehaald en tesamen gebonden. De rest van de dag hangen ze voor de pronk omlaag.
Aanvullingen