De zondagse sluiermuts heeft een brede kantstrook met grote bloemen. Hoe minder bloemen op een el (lengtemaat) herhaald werden, hoe duurder de kant was. Dit is een zogeheten driebloemskant: drie bloempatronen op een el (circa 68-70 cm). Tulegrond en motieven - allen in linnenslag - zijn uit één stuk vervaardigd en in de contouren van de motieven is een dikkere draad meegeklost.
De muts is gedragen door Jacoba van Bemden (1879-1954). Zij werd geboren in Poortvliet op Tholen. Na haar huwelijk in 1910 verhuisde zij naar Wateringen. De Thoolse dracht bleef zij echter dragen.
Aanvullingen