Bij feestelijke gelegenheden droeg de vrouw een kort jakje, “het kassakijntjen” of een getailleerde lange mantel, “de wentke”. Beide zijn vanaf midden 18e eeuw bijna altijd van sits. Voor feestelijke gelegenheden kon de kleur rood zijn of groen. Maar voor de bruidsdracht was de sits wit met rode bloemranken. Deze stof werd dan “melk en bloed” genoemd. Bij rouw werd een sits gebruikt die blauwe bloemen op een wit fond had .
Aanvullingen