Japonse rok van Indiase sits in kimonovorm, beschilderd met prunus en pijnboommotief op rode grond,…

Voor en achterpand uit een stuk, zonder schoudernaden. recht ingezette mouwen met vierkante okselspie. Langs de opening zijn twee gerende delen gezet, zodat de overslag naar beneden toe groter wordt. Deze geer is korter dan de rok, zodat aan de onderkant aan beide zijden een a.h.w. een vierkant uit de hoek is gesneden. De hals, mouwen, opening voor en onderkant zijn afgezet met aangeschilderde rand, in de hoek deels aangenaaid. patroon: op de rug, vanuit een grillige berg groeit een kronkelende pijnboom, met kersenbloesem, splitst zich in tweeën , waar het op de schouders overgaat in gespiegeld geschilderd patroon op de voorpanden, zodat de naalden aan voor- en achterzijde omhoog wijzen. De naaldenbundels zijn deels realistisch, deels voorzien van gevuld met bijzondere vlakvullingen, zoals krullen, rasters en plantjes. De aangeschilderde rand van de sits is langs alle zomen verwerkt. Voering: losgeweven katoen, bedrukt met strooimotief van een gestileerd plantje, deze stof is maller dan de sits, bij de rechterzijnaad is een 8-8,5 cm brede strook aangezet. De gerende delen zijn gevoerd met losgeweven katoen met een blokdruk met een sierlijke losstaande anjer. Bij de inham onderaan is de stof verwerkt in kleine stukjes.