Tweedelige jurk in roestbruine bouclé-stof. De rokken staan in deze periode aan de voor- en zijkanten niet meer wijd uit. De nadruk komt op het achterwerk te liggen. In deze periode hebben de mouwen een poffende mouwkop.
Het lijfje, bestaande uit een combinatie van roestbruine zijde satijn en bouclé, heeft een hoge boord, revers en inzetstukken van tule versierd met kralen en pailletten. De rok heeft achteraan enkele ingezette plooien. In 1896 verschijnt de' jockey' opnieuw, een soort epaulette bovenop de mouw ter hoogte van de schouder. Eerst is de mouw glad van pols tot elleboog. Nadien volledig nauwsluitend maar bovenaan versierd om het verlies aan wijdte te compenseren zoals bij deze roestbruine jurk.
Het lijfje, bestaande uit een combinatie van roestbruine zijde satijn en bouclé, heeft een hoge boord, revers en inzetstukken van tule versierd met kralen en pailletten. De rok heeft achteraan enkele ingezette plooien.
Delen
Objectnummer
MMH.2005.0208
Instelling
Modemuseum Hasselt
Materiaal & Techniek
wol (textiel) (geheel), zijde (textiel) (geheel), satijn (geheel), boucléstof (geheel)
Aanvullingen