Welgestelde dames in Friesland volgden de algemene, Franse mode en combineerden die met hun specifieke hoofdbedekking. Hun gelegenheidskleding was van zijde en kant. Bij de hoofdtooi hoorde een voorhoofdsnaald of, zoals hier, twee zijveren of zijnaalden. Die werden aan weerszijden van het voorhoofd onder de muts gestoken. Gouden spelden met versierde knoppen maakten het geheel af.
Plaat LII van: Nederlandsche kleederdragten, naar de natuur geteekend = costumes des Pays-Bas, dessinés d'après nature / door Valentijn Bing en [Jan] Braet von Ueberfeldt. - Amsterdam : [s.n.], 1857.
Aanvullingen