Ensemble in ivoorkleurige, zijden crêpe bestaande uit rok en lijfje

Ecrukleurig lijfje met lange mouwen in zijden crêpe. Ronde wijde halsuitsnede met op de rand een ecrukleurige gedrapeerde voile strook. Platliggende kraag in open kantwerk. Op de rand van de kraag een boord in ecrukleurige voile met kleine ingestikte horizontale plooien. Op verschillende plaatsen van de kant opgenaaide strasstenen in houder. In het midden een voorgevormde strik die sluit met haken en ogen. De halsuitsnijding is afgewerkt met een zijden bies waardoor een zijden lint geregen is. lijfje is aansluitend naar de lenden. Schuin ingestikte plooien in voorste en rug van hals naar lenden. Sluiting in middenvoor van haken en ogen. Naast de sluiting een verticale strook in ecrukleurige voile. De strook heeft kleine ingenaaide plooien en is gerimpeld. Op de boord een versiering van open kant. De binnenkant is gedubbeld met ecrukleurige zijde. De boord is aan de binnenkant afgewerkt met een brede bies. De rug heeft drie ingenaaide baleinen, het voorste heeft vier ingenaaide baleinen. Het breed lendenlint is vastgemaakt in de rug en sluit in het voorste met haken en ogen. In de rug enkele haken om aan de rok te bevestigen. De lange ecrukleurige zijde is overtrokken met open kant. De onderarmnaad van de mouw is een stukje open aan de pols. De split heeft een ronding. De boord van de mouw is afgewerkt met een geplooide ecrukleurige voile. De split sluit met twee kleine knopen en koordlussen. Ecrukleurige uitgeschuinde rok in zijdecrêpe. Aan de zijkant van de lenden zijn vier ingestikte nepen aan de buitenkant. De rok heeft aan de onderkant twee volants. De bovenste volant buigt naar boven aan de zijkanten en loopt naar de rug terug naar beneden. In de rug gaat de volant over in een korte sleep. De onderste volant loopt evenwijdig met de boord en gaat in de rug ook over in een korte sleep. Op de naad van de bovenste volant is er een slingervormige kanten versiering. Op de voorkant en de zijkanten van de rok een opgenaaide versiering in kant. De rug heeft twee opgaande naden. De middenstukken zijn sterk uitkerend naar de boord en de sleep. In de middenrug heeft de rok losvallende plooien die een klein stuk vastgenaaid zijn met een knoopsteek. Op de middenstukken een applicatie van kant. De sluiting in middenrug bestaat uit haken en ogen. De lende is afgewerkt door middel van een satijnen bies. Jeanne Paquin richtte in 1891 een couturehuis op in Parijs. Samen met haar man Isidore Paquin, een uitstekend bedrijfsleider, genoot het huis internationale bekendheid met winkels in ondermeer Londen en New York. Haar voorliefde voor sprookjesachtige jurken viel in de smaak bij adel en actrices. Jeanne Paquin hield van experimenten met gemixte texturen en tintverschillen zoals in deze ivoorkleurige, crêpe jurk. Vooral het lijfje is overladen met details in kant, ruches in chiffon en kralen. In 1920 ging Jeanne Paquin op pensioen maar haar modehuis bleef geopend tot 1956.