Een vernaaid lint werd op de rand van de ondermuts gelegd zodat het door de dunne stof van de bovenmuts zichtbaar was. Speciaal zijn de naamlinten met Bijbelse onderwerpen. Dit lint heet een ‘engelenlint’. Dit droeg een meisje voor het eerst als zij belijdenis deed. Daarna werd het af en toe op zondag gedragen. Een meisje streefde ernaar om, voordat zij met haar achttiende jaar de ronde kap op kreeg, een aantal mooie naamlinten geborduurd te hebben. Het 'engelenlint' is voor 1943 geborduurd door een meisje met de initialen ‘LC’.
Aanvullingen