Doopjurk van wit batist, Strak lijfje, voorkant gemaakt van in vorm gelegde stroken open borduurwerk. Kort ingezet mouwtje, afgezet het zelfde open borduurwerk als de voorkant.
Langs de hals een strook fijn kloskant van 2 cm. breed, hierdoor is langs de bovenkant een dubbele draad van knoopsgatenzijden geregen.
Sluiting middenachter d.m.v. een strikje.
Aangerimpelde rok, waarvan het middenvoor gedeelte bestaat uit horizontale smalle plooien in het batist, afgewisseld met stroken open borduurwerk. Onderrand van de rok is ook met het zelfde kant afgewerkt.
Gangbaar type, niet vermaakt. Opvallend is het brede voorpand.
Aanvullingen