In vol ornaat worden zij buiten getoond aan de vrouwen en kinderen, die het ceremoniële huis niet mogen betreden. Hun gezichten zijn beschilderd en zij dragen verschillende ceremoniële sieraden. Daardoor lijken ze op de beelden en schilderingen van voorouders, die ze tijdens hun initiatie te zien hebben gekregen. Ze treden als het ware op als tijdelijke reïncarnaties van de voorouders. Voor de Abelam zijn de feestelijk getooide mannen een groter 'kunstwerk' dan de houten kunstvoorwerpen in het mannenhuis.
Aanvullingen